skip to Main Content

Statement About the Situation in Ukraine

Het is met grote droefheid en ontzetting dat we getuige zijn geweest van de escalatie van het conflict dat zich sinds 2014 ontplooit tussen Oekraïne en de Russische Federatie en de grootschalige invasie op 24 februari 2022 van meerdere delen van het Oekraïense grondgebied door Russische strijdkrachten. Wat voor velen van ons ondenkbaar was, gebeurde dan toch op deze trieste dag in de Europese geschiedenis : een op voorhand geplande militaire invasie van een volledig onafhankelijk land op Europees grondgebied. Als de Russische Federatie zich voor het sturen van zogenaamde “vredestroepen” op verzoek van de zelfverklaarde rebellenrepublieken Donetsk en Loehansk nog dekte met een vijgenblad dat doet terugdenken aan sovjetretoriek, dan vormt de grootschalige lucht- en grondoperatie, gelanceerd met de hulp van Wit-Rusland, een flagrante schending van de fundamenten waarop de Verenigde Naties zijn gebouwd na de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog, namelijk het beginsel dat “alle Leden zich [onthouden] van bedreiging met of het gebruik van geweld tegen de territoriale integriteit of de politieke onafhankelijkheid van een staat” (artikel 2, lid 4, van het Handvest van de Verenigde Naties). Geen van de argumenten waarop de Russische regering zich baseert vormt een geloofwaardige juridische rechtvaardiging voor de agressie die momenteel plaatsgrijpt. Onze gedachten zijn bij het Oekraïense volk in deze donkere uren. Wij vertrouwen erop dat de verantwoordelijken uiteindelijk rekenschap zullen moeten afleggen voor de schending van deze meest elementaire en fundamentele regels van het internationaal recht. Meer in het algemeen willen wij eraan herinneren dat ieder gebruik van geweld door staten in hun internationale betrekkingen wordt beheerst door het internationaal recht en dat iedere militaire interventie of territoriale bezetting die plaatsvindt in strijd met het Handvest van de Verenigde Naties verwerpelijk is.

De Voorzitter, de Ondervoorzitters en de Secretaris-generaal van het Belgisch Genootschap voor Internationaal Recht

It is with great sorrow and consternation that we have witnessed the aggravation of the conflict that opposes the Russian Federation to Ukraine since 2014 and the large-scale invasion on 24 February 2022 by Russian military forces of multiple parts of the territory of Ukraine. What many of us believed to be unthinkable, did happen on this very sad day of European history: the premeditated invasion by military force of a fully independent country on European soil. If the sending of so-called ’peacekeeping’ troops at the request of the self-proclaimed rebel republics of Donetsk and Luhansk was still covered by a fig leaf reminiscent of Soviet rhetoric, the full-scale air and ground operation, launched with the aid of Belarus, constitutes a blatant violation of the very foundation on which the United Nations was built after the horrors of the Second World War, namely the principle that “all Members shall refrain in their international relations from the threat or use of force against the territorial integrity or political independence of any state” (Article 2(4) of the UN Charter). None of the arguments invoked by the Russian government provide a credible legal justification for the aggression presently unfolding. Our thoughts are with Ukrainian people in this hour of darkness. We trust that those responsible will ultimately be held accountable for the violation of these most basic as well as fundamental rules of international law. More generally, we wish to recall that all uses of force by States in international relations are governed by international law and that all military interventions or territorial occupations occuring in violation of the United Nations Charter are condemnable. 

The President, Vice-Presidents and Secretary-General of the Belgian Society of International Law

BGIR-SBDI

Verwelkoming

Henri La Fontaine

Het internationaal recht heeft momenteel de wind niet mee, zoveel is duidelijk. Bepaalde Staten keren zich meer en meer tegen een multilaterale aanpak van de wereldproblemen en menen hun eigen belangen beter te kunnen dienen via een unilaterale aanpak waarbij men zich vaak afzet tegen vroeger gemaakte afspraken. De in 2018 ontketende handelsoorlog tussen de Verenigde Staten en de Europese Unie is hier een duidelijk voorbeeld van. En als bovendien twee andere permanente leden van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties weigeren om voor internationaalrechtelijke hoven en tribunalen te verschijnen, en dit weerom niettegenstaande het feit dat zij voorheen uitdrukkelijk hun toestemming hiervoor hadden gegeven — en hierbij denken we aan Rusland (geschil met Nederland inzake de arrestatie van de het Greenpeace schip, de Arctic Sunrise, en zijn bemanning; uitspraak ten gronde in 2015), en China (geschil met de Filippijnen inzake de maritieme aanspraken in de Zuid-Chinese Zee; uitspraak ten gronde in 2016) — dan stelt zich de vraag of het internationaal recht vandaag de dag nog iets kan bijdragen tot een veiligere wereld?

Als klein land ontstaan in 1830, heeft België nochtans een zeer rijke traditie als het op het promoten van het internationaal recht aankomt. Om zich ten volle te kunnen ontplooien in een steeds verder globaliserende wereld, zijn het nationale onderdanen geweest die aan de bakermat hebben gestaan van geleerde genootschappen die eind van de 19e eeuw in België werden opgericht en die de bevordering van het internationaal recht hoog in het vaandel voerden, zoals het Institut de droit international en de International Law Association. Beide organisaties zijn nog steeds actief en stellen het goed. Eerstgenoemde organisatie verkreeg hiervoor zelfs de Nobel Vredesprijs in 1904. Eenzelfde eer viel trouwens negen jaar later ook te beurt aan Professor Henri La Fontaine, in 1913, voor zijn niet aflatende strijd in de vredesbeweging en het promoten van het internationalisme.

Het Belgisch Genootschap voor Internationaal Recht, dat zich tot doel stelt, in een geest van wetenschappelijke objectiviteit, bij te dragen tot de vooruitgang van het internationaal recht, kadert zich in deze rijke traditie. En vandaag, meer dan ooit, heeft de wereld behoefte aan een kader dat de toenemende betrekkingen tussen Staten in goede banen tracht te leiden. Zoals in het verleden, blijft deze vereniging ijveren voor het opwaarderen van de rol van het internationaal recht in de hedendaagse betrekkingen tussen Staten alsook de strikte naleving ervan in de praktijk. Ondermeer via het Belgisch Tijdschrift voor Internationaal Recht, uitgegeven sinds 1965, proberen we aan deze verzuchtingen concreet gestalte te geven. In de huidige context, zoals hierboven kort geschetst, zijn deze inspanningen duidelijk geen overbodige luxe.

De Voorzitter,

Erik Franckx
14 juni 2018

Belgisch Tijdschrift voor Internationaal Recht (BTIR)

Het Belgisch Tijdschrift voor Internationaal Recht (BTIR) is een internationaal gekend wetenschappelijk tijdschrift, dat tweemaal per jaar wordt uitgegeven onder de auspiciën van het Belgisch Genootschap voor Internationaal Recht.

Zie +
Back To Top